Wat voorbij ging
Wat voorbij ging is het verhaal van de collectie van Ds. Leendert Schouten en het Bijbels Museum dat in ruim 170 jaar vele koerswijzigingen meemaakte en nu, in de jaren twintig van de 21e eeuw, nog altijd springlevend is.
Het Bijbels Museum begon ruim 170 jaar geleden met de particuliere collectie van de protestantse dominee Leendert Schouten. Het museum is op verschillende plekken gevestigd geweest, waaronder in Utrecht en aan de Hemonylaan in Amsterdam. Vanaf 1975 was het museum te bezoeken in het Cromhouthuis aan de Amsterdamse Herengracht.
De collectie van ds. Schouten met onder meer de beroemde modellen van de Tabernakel en de Tempelberg/Haram al-Sharif, werd in die jaren aangevuld met onder meer bijbels (4500), prenten (circa 5000), archeologisch erfgoed en een collectie ‘Bijbelse educatie’.
Een van de topstukken was de Van Santenbijbel, een van de beroemde door Dirck Jansz. van Santen (1637-1708) ingekleurde Statenbijbels.
Het museum heet sinds 1994 ‘Bijbels Museum’ en heeft verschillende rechtsvoorgangers. Eind 19e en begin 20e eeuw heette het ‘Bijbelsch Museum van Oudheden’.
Koerswijziging
In 2018 wijzigde het museum zijn koers rigoureus. In 2020 ging het Bijbels Museum verder als nomadisch museum: het stootte zijn collectie af. Het herplaatste en herbestemde: de beroemde collectie van ds. Leendert Schouten ging grotendeels naar Rijksmuseum het Catharijneconvent in Utrecht. De archeologische collectie ging naar het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Medio 2020 verliet het Bijbels Museum het Cromhouthuis. Sindsdien maakt het Bijbels Museum reizende tentoonstellingen met bruiklenen en in opdracht gemaakte kunst vanuit een kantoor in Amsterdam. De tentoonstellingen zijn te zien bij presentatiepartners in heel Nederland, vaak als een museum-in-een-museum, soms op een bijzondere pop-up-locatie als bijvoorbeeld de Westerkerk (2020) of CIRCL (2022) op de Amsterdamse Zuidas.
Voor een iets uitgebreidere biografie van het Bijbels Museum, klik hier.