Een Statenbijbel was een kostbaar bezit, maar nog kostbaarder waren exemplaren met ingekleurde prenten en kaarten. Dirck Jansz. van Santen (1637-1708) was een beroemdheid in 17de-eeuws Amsterdam en ver daarbuiten. Hij was ‘meester-afsetter’, niemand kon prenten mooier inkleuren dan hij. Rijke Amsterdammers gaven hem opdrachten voor het inkleuren van atlassen, boeken, prenten en bijbels. En omdat op geld niet gekeken werd, kon hij gebruik maken van kostbare kleuren als ultramarijn, karmozijn en goud.
Het Bijbels Museum is de trotse bezitter van een van de zeven door Van Santen ingekleurde Statenbijbels die er bekend zijn. In de Statenbijbels werden tussen de tekstpagina’s prenten gevoegd. In dit geval zijn het zes kaarten vervaardigd door Bastiaan Stoopendaal, waaronder een wereldkaart, en zestien prenten van Jan Luyken, oorspronkelijk gemaakt voor Petrus Cunaeus’ Republiek der Hebreeën, voorstellende Joodse ceremoniële gebouwen en gebruiken. Eén van Van Santens belangrijke opdrachtgevers was Jacob Cromhout (1608-1669), bouwer van het Cromhouthuis waarin het Bijbels Museum tussen 1975-2020 was gevestigd. Voor hem kleurde Van Santen onder andere een 18-delige Blaeu-atlas plus nog een achttal andere atlassen.
Het Bijbels Museum heeft zijn collectie bijbels in het kader van het transitiebeleid Toekomst Collecties Bijbels Museum overgebracht naar de Vrije Universiteit in Amsterdam, afdeling Bijzondere Collecties. De Van Santenbijbel is als eigendom van het Bijbels Museum in bruikleen gegeven aan deze zelfde afdeling.