Collectie ds. Leendert Schouten

Model van de Tabernakel, collectie ds. Leendert Schouten (foto Chris van Houts/Bijbels Museum)

Collectie ds. Leendert Schouten

In de collectie van ds. Leendert Schouten staan de – in zijn opdracht midden 19e eeuw gemaakte – modellen van de Tabernakel en de Tempelberg/Haram al-Sharif centraal. Beiden waren tot 1 juni 2020 te bezichtigen in het Bijbels Museum, de enige plek in Europa. Het model van de Tempelberg is inmiddels herplaatst bij Rijksmuseum het Catharijneconvent en heeft daar een plek in de vaste opstelling. Drie andere modellen staan in Jeruzalem.

De Tabernakel

In 1852 ontving Leendert Schouten – als 24-jarige student theologie in Utrecht – iedere veertien dagen bezoekers voor zijn model van de tabernakel. De tabernakel betekent ‘tent’ en is het draagbare heiligdom dat het volk Israël mee nam op hun reis door de woestijn. Met het model van de tabernakel legde Leendert Schouten de grondslag voor wat tijdens zijn latere leven zou uitgroeien tot het “Bijbelsch Museum”. Zijn hele verdere leven werkt hij aan de verfraaiing van de Tabernakel. Maar waar kwam deze bevlogenheid vandaan?

Een draagbaar heiligdom op reis door de woestijn
Na een verblijf van 400 jaar in Egypte vertrekt het volk Israël onder leiding van Mozes naar het Land Kanaän. De tabernakel is de tent van de samenkomst die de Israëlieten gebruikten voor de eredienst aan God tijdens de woestijnreis zoals beschreven in Exodus en de 300 jaar erna in het land Kanaän. Het ‘model’ van de tabernakel werd volgens het bijbelverhaal door God zelf aan Mozes getoond op de berg Horeb. Mozes moest alles wat hij zag precies opschrijven en bekendmaken aan de Israëlieten, en zij moesten vervolgens nauwkeurig aan de hand van deze beschrijving de tabernakel vervaardigen en opbouwen.

Foto’s Chris van Houts/Bijbels Museum

Het model van de tabernakel

Als Leendert Schouten begin 20 is geeft hij opdracht een maquette te maken van de tabernakel. Schouten baseert zich daarbij op de zeer uitvoerige beschrijvingen van dit heiligdom en van alle daarvoor benodigde attributen zoals die in de hoofdstukken 25-40 van het bijbelboek Exodus te vinden zijn. Het model van de tabernakel is op ongeveer 1/5 van de ware (in de bijbel beschreven) grootte gemaakt. Daar waar gegevens ontbreken of moeilijk te interpreteren zijn, grijpt dominee Schouten terug op wetenschappelijke literatuur of neemt hij zelf een besluit. Een goed voorbeeld hiervan is de vloer van de tabernakel. In de bijbel staat nergens beschreven van welk materiaal deze is gemaakt. Slechts een summiere opmerking in een ander bijbelboek, Numeri 5:17, spreekt over textiel dat op de vloer ligt. dominee Schouten besluit de vloer van gepolijst mahoniehout te maken. In zijn ogen is dat de meest voor de hand liggende oplossing.

Het model van de tabernakel gemaakt in opdracht van ds Leendert Schouten, is met recht wereldberoemd. Voor deze 19de-eeuwse reconstructie van het verplaatsbare heiligdom dat de Israëlieten bouwden nadat ze uit Egypte waren weggetrokken, is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de materialen die in de bijbel worden genoemd. Zo zijn de dekkleden vervaardigd van geitenhaar dat Schouten speciaal uit Syrië liet overkomen en was het zand in de voorhof afkomstig uit de Sinai-woestijn.

Van kinderbijbel tot model

De tabernakel is in letterlijke zin dominee Schoutens levenswerk te noemen. Naar zijn eigen zeggen ontstaat zijn fascinatie voor de tabernakel door de afbeeldingen in de kinderbijbel die zijn vrome grootmoeder dagelijks aan hem voorleest. Op 12-jarige leeftijd laat hij zijn eerste object maken: een model van de Ark van het Verbond. Tijdens zijn colleges Hebreeuwse Antiquiteiten vat hij het plan op de tabernakel in zijn geheel te reconstrueren. Ruim veertig jaar werkt hij aan de uitbreiding, verbetering en verfraaiing van het model.

Streven naar perfectie

Een voorbeeld van de bevlogenheid en het streven naar perfectie zijn de verschillende kleden en ‘voorhangsels’. Deze laat dominee Schouten meerdere malen vervangen. Zo is het geitenharen dekkleed geweven van onvermengd geitenhaar uit Syrië, om zo dicht mogelijk bij het origineel te blijven. Een ander goed voorbeeld van de precisie en tekstgetrouwe weergave is de Ark die hij als twaalf jarige jongen maakte. De Ark was van mahoniehout, van binnen en van buiten verguld met goud. In de Ark lagen twee stenen van marmer, mét inscripties: de stenen tafelen van Mozes. Nog een voorbeeld: de priester met de boekrol. De boekrol is van echt perkament en er staat ook daadwerkelijk een psalm op.

Cruciaal hulpmiddel in zijn prediking
De maquette van de tabernakel was voor dominee Schouten geen cultuurhistorische bezienswaardigheid, maar een cruciaal hulpmiddel bij zijn preek en de educatie. Bezoekers mochten de tabernakels alleen maar bezichtigen als ze ook een preek van de dominee meemaakten. Tot het einde van zijn leven bleef Schouten bezoekers ontvangen en prediken.

Model van de Tempelberg/Haram al-Sharif

In 1879 maakte Conrad Schick (1822 – 1901), stadsarchitect en archeoloog in Jeruzalem, in opdracht van Leendert Schouten, oprichter van het Bijbels Museum, een model van de Tempelberg. Het model van de Tempelberg is een uniek model dat een goede weergave biedt van de situatie van de Tempelberg / Haram al-Sharif in de 19e eeuw.

Een nauwkeurige weergave
Conrad Schick bouwde in 1873 in opdracht van de Turkse gouverneur een model van de Tempelberg / Haram al-Sharif voor het Turkse paviljoen van de Wereldtentoonstelling in Wenen. Als christen kreeg hij speciale toestemming om de Haram te betreden, en kon hij deze nauwkeurig in kaart  brengen en er onderzoek verrichten. Dit was toentertijd een unieke gelegenheid, omdat het bezoek van niet-moslims op de Tempelberg / Haram al-Sharif niet was toegestaan. In 1879 gaf Leendert Schouten opdracht voor eenzelfde model voor zijn Bijbelsch Museum in Utrecht.

Het model dat Schick voor Schouten maakte bestaat uit losse onderdelen die de islamitische heiligdommen op de Haram al-Sharif, voorheen de plaats waar de Joodse Tempel stond, goed weergeven. De nieuwste archeologische vondsten van toentertijd, zoals stadsmuren, onderaardse ruimten en cisternen, zijn het in Schicks model verwerkt. Het model biedt hiermee een goed beeld van de situatie van de Tempelberg in de 19e eeuw, en maakt duidelijk hoe nauw de heilige plaatsen van Joden, christenen en moslims met elkaar zijn verbonden.  

Vanwege de nauwkeurige en unieke metingen is het model nog steeds van groot belang voor de topografie. Slechts Schick en enkele andere archeologen hebben de unieke gelegenheid gekregen om in alle ondergrondse delen van de Tempelberg metingen te doen, en tekeningen te maken van het systeem van waterkanalen en cisternen.

collectie ds. Leendert Schouten: maquette van de Tempelberg met de gouden koepel

Belangrijke heilige plaats

De Tempelberg in Jeruzalem is voor zowel christenen, joden als moslims een belangrijke heilige plaats. Waar zich nu de islamitische heiligdommen bevinden, stond voorheen de Joodse Tempel. Deze tempel is in 70 na Chr. verwoest door de Romeinen. In de 7e eeuw kwamen Jeruzalem en de Tempelberg onder islamitisch gezag, en werden de Rotskoepel en de Aksamoskee gebouwd.

Voor Joden en christenen is de Tempelberg de plek waar Abraham zijn zoon Isaak op het altaar bond, en waar koning Salomo in opdracht van God de eerste Tempel bouwde. Het is verder de plek waar de Joodse messias zal verschijnen, en waar volgens de christelijke traditie Jezus (messias) zal wederkomen.

Voor moslims wordt de Haram al-Sharif na Mekka en Medina gezien als de derde heilige plaats. De profeet Mohammed is vanaf hier aan zijn reis naar de hemel begonnen.